Maandag 29 juni Vandaag gingen we maar meteen wat klimwerk doen. We waren er nog niet helemaal uit welke col we gingen doen, maar toen we op de parkeerplaats een Nederlander spraken werd het Les Deux Alpes. Volgens die man was dat namelijk een eitje. Dus wij hup via de D1091 naar Les Deux Alpes. Ik weet niet wat voor eitjes die man at, maar het was meteen 10% omhoog.
|
|
En het ontbijt gaf al kopjes tegen mijn huig. Iedereen pakte zijn ritme en ging in eigen tempo omhoog. Ray en ik gingen gelijk op. Mijn hartslag zat wel precies op mijn opslagpunt van 168bpm. Dus veel harder moest ik ook niet gaan, anders zou ik te snel mijn koolhydraten er doorheen fikken. Jasper had eindelijk geleerd van zijnn fouten, pakte ook zijn eigen tempo en was niet meer de ‘decimeter-boy’ door steeds maar voorop te willen rijden. Bij de splitsing bij het stuwmeer hebben we even gewacht op Jasper en gingen vervolgens weer verder. Het bleef steeds flink steil met percentages van tussen de 8 en 11%. |
Het voelde erg zwaar aan, mede door het warme weer. Het was zeker 34 graden. Nu ging Ray bij iedere bocht even uit het zadel en versnelde even. Hierdoor sloop hij als een echte Robert Gesink langzaam bij mij weg. Ik bleef gewoon in mijn eigen tempo rijden en liet me niet gek maken. Uiteindelijk was Ray als eerste boven, toen ik en daarna Jasper. Even uitgehijgd en tot de conclusie gekomen dat dit wel wat anders was dan de Amerongse berg. |
In Les Deux Alpes nog even fietsend rondgekeken en daarna op een terrasje een koude cola gedronken. Daarna de beloning van het klimwerk genuttigd in de vorm van een keiharde afdaling. Dat was meteen een goeie oefening voor de Marmotte. Wat is dat lekker zeg! Lekker met 50, 60 km/u naar beneden stormen. Vervelend was wel dat beneden net nieuw asfalt was neergelegd. In Frankrijk gaat dat allemaal was minder gestructureerd dan in Nederland. Kwam erop neer dat overal stukken kleverig asfalt op de weg lag. Dit bleef allemaal aan onze verse nieuwe buitenbanden plakken. Thuis hebben we nog een flinke tijd nodig gehad om die zooi er allemaal netjes af te krijgen. We stonden op een gegeven moment met vijlen onze buitenbanden schoon te vijlen. ’s Avonds pasta gegeten met een wijntje en net als Joop Zoetemelk op tijd naar bed gegaan. |
Dinsdag 30 juni De Col d'Ornon stond vandaag op het programma. Deze klim staat bekend als een lekker lopende klim en dat leek ons wel wat. Je kunt hem op meerdere manier beklimmen. We besloten om vanuit Bourg meteen maar de klim te pakken. Dat ging allemaal best lekker. Zat wel weer 10% werk in, maar het voelde wel wat lekkerder dan de Les Deux Alpes. Maar toen kwam er een onverlichte tunnel. Op zich prima als ie kort is, maar hier kwam geen einde aan. Het werd zelfs een beetje eng en luguber. Je zag niets, hoorde alleen maar druppels vallen. Met de flits van de camera hebben we gekeken of het einde ergens te zien was. Maar helaas. Zijn toen maar omgedraaid. Toen we weer uit de tunnel waren kwamen we een paar Nederlandse fietsers tegen die ook die tunnel ingingen. Zij hadden een lamp bij zich, dus die hadden zich net wat beter laten informeren. Jasper en ik wilde wel achter hen aangaan, maar Ray was inmiddels al weer aan het afdalen, dus die konden we niet meer terughalen. |
We zijn toen de Col d’Ornon maar op de andere manier gaan beklimmen. Die klim liep inderdaad erg lekker. Is net wat minder steil: voornamelijk 7, 8%. Ik had me voorgenomen om niet zo hard naar boven te gaan als maandag. Toen zat ik continu rond mijn omslagpunt te trappen. Niet echt representatief voor de Marmotte. Zuinig rijden is een van de belangrijkste zaken tijdens de Marmotte. Dus ik besloot een ritme te pakken dat net lag op de grens tussen D2 en D3. |
|
Dat kun je langer volhouden en je verbruikt minder koolhydraten. Dat lukte best aardig. Betekende wel dat Ray langzaam weer bij me wegfietste. En Jasper probeerde in het begin het tempo even te volgen maar besloot heel verstandig zijn eigen tempo te pakken. |
Tijdens de klim veel andere renners ingehaald. Dat was op de Les Deux Alpes ook al het geval. Dus de vorm was goed. Op de top stond Ray net te wachten en was met een ‘collega’ van mij van Webtrainer-BergOp aan het kletsen. Het was Hylke. Een nuchtere Fries die de Marmotte volgens mij voor de 6de keer ging doen. Mooi iemand om eens het hemd van het slanke lijf te vragen over de Marmotte. Zijn advies was niet te hard van start gaan en zorgen dat je tussen de beklimmingen in in een groep zit zodat je niet alleen stukken vals plat moet rijden. Dat kost teveel energie die je nodig hebt met klimmen. |
Toen weer lekker afgedaald. Dat blijft toch wel erg lekker. Het is een beetje als autoracen. De bocht goed insturen, dan kom je er met een hoge snelheid weer uit en ben je zo weer op snelheid. Onderaan weer verzameld en overlegd wat we gingen doen. Jasper en ik zagen onszelf wel lekker op het balkonnetje zitten. Ray vond dat maar niks. We hadden pas 30 kilometers op de teller staan. Dat was inderdaad wel een beetje weinig. Het hoge woord was eruit. We besloten de Nederlandse Berg te gaan beklimmen: de Alpe d’Huez. Ik kneep meteen een gelletje leeg want het kon weleens zwaar worden vandaag. Eerst nog even naar het appartement gereden om alle bidons te vullen en extra repen en gelletjes in te slaan. |
Langzaam reden we naar de voet van de Alpe. Na de camping staat er rechts een bord met start Alpe. Daar de chrono gestart en toen de bocht naar links genomen.....boem....meteen 10%. Meteen het lichtste verzet geschakeld (34 x 27) en op zoek gegaan naar mijn ritme. Daar hoef je niet veel voor te doen, want je hartslag schiet als een dolle omhoog om bij je omslagpunt te stabiliseren. In het begin gingen Ray en ik gelijk op. Ray meer op de macht (34 x 23) en ik meer op souplesse (34 x 27). Het was wederom verschikkelijk heet: ongeveer 34-36 graden. Ik zweette me kapot. Ik vervloekte mezelf dat ik deze hobby had gekozen. Waarom niet postzegels sparen, dammen of lekker vissen met een Shimano hengel? Het bleef maar 10% stijgen. Snelheid was zo’n 11-12 km/u. Moest aan Wiebe denken. 5 keer hier omhoog! Man, wat een kerel. Diep respect! |
Langzaam reed Ray op een gegeven moment weer bij me weg. Met minder trainingskilometers heeft hij toch meer kracht in de poten. Hij was altijd al sterker dan ik, maar had verwacht dat ik met al die trainingsarbeid toch wel bij hem in het wiel kon blijven. Maar ja, niet zeuren, gewoon doorklimmen. Het aftellen van de bochten ging langzaam. Bij elke bocht ging ik even uit het zadel om de benen te strekken en om even snel wat te drinken. Het is dan heel eventjes vlak. Maar daarna moet je die muur weer op. In het midden van de klim was het soms wat minder steil: 7%. Die voelt meteen als een afdaling. Even de spanning van je benen. Op een gegevens moment zie je de top liggen. Maar het duurt nog zo lang voor je daar bent. Langzaam gaat het ook weer naar de 10%. Uiteindelijk rij je dan eindelijk door het straatje met restaurantjes en weet je dat je er bent. De finishvlag hing net voor de tunnel. Mijn eindtijd was 1:06:53.
|
|
Ray was na ongeveer 1:02:00 boven. Ik heb meteen mijn hoofd onder de koude kraan gedaan. Mijn bloed kookte zowat in mijn kop. Na een tijdje kwam Jasper ook over de streep. Oude tijden herleefden! Een enorm rood hoofd en zwalkend over de finish. Zijn tijd weet ik niet precies. Waarschijnlijk net binnen 1,5 uur. Zwaar onder de indruk hebben we met z’n drieen naar adem gehapt en lopen uithuilen. Als enkele berg is ie te doen, maar aan het einde van de Marmotte nog zo’n apparaat beklimmen? Onmenselijk! Afdalen was natuurlijk weer een feest: 15 minuten 7 seconden. Auto’s en een grote touring car ingehaald alsof het niets is. Gewoon uitremmen en de binnenbocht pakken. |
Woensdag 1 juli Vandaag was het rustdag. We hadden 2 dagen flink geklommen dus nu even rust voor de beentjes.Anders ga je vermoeid aan de Marmotte beginnen. We hadden in de afgelopen dagen al veel tips en trucs gehoord van diverse mensen. Die liepen uiteen van ‘makkie’ tot aan ‘onmogelijk’. Dus het leek ons een goed idee om de hele route maar eens met de auto te verkennen. V50 afgetankt en hup op weg. |
Dit was het beste wat we hadden kunnen doen. We hebben zo’n 4 uur in de auto gezeten en waren zwaar onder de indruk. De Col du Glandon komt al heel snel en blijft maar op en neer gaan. Hij heeft een verraderlijke afdaling: smal en erg veel zigzag-werk. Het vals plat tussen de Glandon en de Col du Télégraphe is lang en verraderlijk. Een groepje hier opzoeken is een must. Anders sterf je hier al. De Col du Télégraphe leek redelijk te doen, maar de Col du Galibier komt meteen al 5 km later. Hoe kun je dan ooit een beetje herstellen? Die Galibier is echt een ploert. Lang, steil en maar hoger en hoger. We hebben zoveel mensen zien harken en sterven op hun tweewieler. We vroegen ons af waar we aan begonnen waren. We waren al blij dat we de Alpe overwonnen hadden en dat we die in ieder geval gedaan hadden. Terug in Bourg hebben we zwaar onder de indruk stilletjes de auto geparkeerd bij de Casino. Maar weer pasta vanavond? |
Tot nu toe droomden Ray en ik van goud en Jasper van zilver. We hadden in Nederland al mooie excelletjes gebakken met klimtijden en daaltijden. Het moest te doen zijn. Niet teveel treuzelen bij de ravitaillering en snel afdalen. Maar na de auto verkenning hebben we alle doelen maar laten varen. Uitfietsen was nu ons doel. Als dat lukte was de Marmotte voor ons al geslaagd. Trillend als een rietje gingen we na het eten maar even een DVD-tje van Ray kijken. Door dat DVD-tje wel weer mooi stopwoordje geleerd: dakkadakka = gevechtshelicopter in het Zuid-Afrikaans. En als je het ook nog op z’n Zuid-Afrikaans uitspreekt dan lach je je rot. (Precies, je had er bij moeten zijn...). |
Donderdag 2 juli Vandaag anderhalf uur herstel/D1 gefietst. Even het eerste stuk totaan de voet van de Glandon gefietst. Daarna nog even bakkie koffie gedaan in Bourg. Mijn Cervelo trok veel bekijks. Continu draaiden mensen hun hoofd om om naar mijn fiets te kijken. Er was sowieso veel mooi spul te zien. Populaire merken zijn op dit moment Cervelo, Scott, Specialized en Pinarello. Rest van de week zouden we niet veel meer doen. Is nu kwestie van je rust pakken en goed eten. Ik was deze dag wel supernerveus. Had het allemaal nog niet helemaal op orde in mijn hoofd hoe ik die Marmotte ging aanpakken. Ray en Jasper waren ook nog wat paniekaankopen aan het doen in de vorm van gelletjes en bandana’s tegen de zon. De pizzaria waren we ’s avonds aten hielp ook niet echt mee. De Chineze dametjes van de bediening waren beter in het heen en weer lopen met 1 glas per keer dan je een comfortabel diner aan te bieden. Maar gelukkig was de pizza goed te nassen, na totaal 2,5 uur op het terras gezeten te hebben.... |
Vrijdag 3 juli Vandaag ongeveer dezelfde route gefietst als donderdag. ’s Middags op de Alpe d’Huez onze startnummers en chip opgehaald. Ray had 4061, Jasper 4081 en ik 4073. Dit was in Nederland al bekend en zou betekenen dat we allemaal om 7:50 uur zouden starten. Bij Jasper was er echter iets verkeerd gegaan. Hij kreeg startnummer 1254 en moest om 7:00 uur starten. Op zich wel gunstig omdat je dan langer in de koelte kunt rijden. |
Wel mooi gezicht om al die sport-billies te zien lopen. Veel testosteron en spierballen. Daarna nog even warme prak gehaald voor het avondeten: piepers met vette jus, boontjes, wortels, appelmoes en een hamburger. Joop Zoetemelk zou er een moord voor doen. ’s Avonds nog een half bekeken film afgekeken en toen naar bedje toe. De stress van donderdag was gelukkig weg. Ik kon redelijk makkelijk in slaap komen. |
Zaterdag 4 juli Vandaag was het zo ver: judgement day. De dag van het Grote Mijnheren werk. De dag waarop geschiedenis geschreven ging worden. De dag waarop duidelijk werd of al het trainen genoeg is geweest. Nog even de statistieken:
- Sinds januari had ik ruim 5500 kilometers gefietst.
- Mijn gewicht is gedaald van 88,4 kg naar 81,6 kg (doel gehaald)
- Mijn wattage bij mijn omslagpunt (168 bpm) is gestegen van 210 watt naar 330 watt (doelgehaald)
- Mijn wattage per kg is gestegen van 2,38 naar 4,04 (doel gehaald). Om goud tijdens de
- Marmotte te kunnen halen is een watt/kg van 3,5 – 4 minimaal noodzakelijk.
De statistieken waren dus op orde. Maar er zijn nog zoveel factoren die roet in het eten kunnen gooien:
- Slecht weer of juist te warm weer
- Materiaalpech
- Verkeerd eten en drinken, hongerklop
- Valpartijen
- Etc...
Doel: Goud. Voor mijn leeftijdscategorie mocht ik daar 8 uur en 49 minuten over doen. Maar ik geloofde eigenlijk niet dat ik dat ging halen. |
|
Materiaal: Cervelo SLC-SL met SRAM Red, Lightweight carbon Clinchers en Zipp VumaQuad crankstel. Gewicht 6,3kg. |
Iedereen was op tijd wakker, tussen 5:30 uur en 6:00 uur. Eerst snel allemaal wat brood met zoetigheid naar binnen gewerkt. Nerveus werd er veel gedrukt en geplast. Ik had 3 bezoekjes aan het toilet nodig om helemaal klaar te zijn met drukken. Snel nog even een douche gepakt en toen mijn witte fietskleding (beetje extra bescherming tegen de zon) aangetrokken. Jasper was inmiddels vertrokken omdat ie eerder moest starten. Mijn shirtzakjes helemaal volgestopt met het volgende:
- 6 PowerBar repen (41 gram koolhydraten per reep)
- 5 PowerBar gelletjes (27 gram koolhydraten per gelletje)
- 4 zakjes Born Energy voor energiedrank + 1 bidon gevuld met dit spul (71 gram koolhydraten per zakje)
- 4 zakjes Born Drink voor dorstlesser + 1 bidon gevuld met dit spul (21 gram koolhydraten per
- zakje) + 1 bidon reeds bij het ontbijt gedronken
- 1 banaan (20 gram koolhydraten)
Totaal had ik dus zo’n 882 gram koolhydraten bij me ((6*41) + (5*27) + (5*71) + (6*21) + 20). Wetende dat je lichaam maar maximaal zo’n 70 gram koolhydraten per uur kan opnemen had ik dus ruim voldoende energie bij me. Zeker voor 12 uur. Ik hoopte natuurlijk niet dat het zo lang zou duren. |
Om iets voor half acht reden Ray en ik van huis naar de start. We sloten achteraan in de rij. Ik was redelijk ontspannen, hartslag was iets van 72 bpm. Ik moest nog 5 keer plassen. Dus zo ontspannen was ik nu ook weer niet. Dat bidonnetje thuis was er dus alweer doorheen gegaan. In de verte kwam het hele spul al een beetje op gang. Om 8:02 uur gingen Ray en ik uiteindelijk over de startstreep. |
Het eerste stuk ging best snel. We konden lekker achter groepjes aan rijden. Nog wel 1 keer gestopt omdat we allebei moesten plassen. Al snel was daar de Col du Glandon. Ben gelijk op zoek gegaan naar mijn klimritme. Dat vond ik al snel en ben lekker in dat ritme blijven zitten. Hartslag zat net steeds iets in D3, tussen de 157 en 162 bpm. Ik zat net steeds iets voor Ray. Die had zijn ritme dus ook goed te pakken. Gelukkig reden we nog in de schaduw, dus het was niet zo heel erg heet. We reden gemiddeld gezien sneller dan de rest. Gingen eigenlijk alleen maar renners voorbij. Maar na een tijdje brulde Ray dat zijn ketting eraf was. Potver, het gedonder begint toch niet nu al? Even gewacht en toen was het weer voor elkaar en konden we verder. Dit soort dingen kon ik niet hebben. Wilde toch wel een poging wagen om dat goud te halen.
|
|
Na een kort en krachtig afdaling-kje kwam meteen weer een stevige klim van zeker 10 %. Veel renners verkeken zich hierop. Ze kwamen aanstormen maar vergaten op tijd terug te schakelen. Toen ze weer moesten klimmen stond hun grote plaat er nog op. Tevergeefs probeerden ze nog snel terug te schakelen, maar helaas. Met bosjes vielen ze om in de berm. Ik had net een slok genomen en stikte bijna van het lachen. Het was zo’n komisch gezicht. Allemaal geratel van derailleurs en dan die vallende renners. Prachtig! |
Helaas kwam Ray toen ook naast mij rijden met een ratelende voorderailleur. Dat klonk niet goed. Kleine voorblad ging nog wel goed, maar de grote plaat maakte enorme aanloopgeluiden. Zijn maar gewoon doorgereden, op de top van de Glandon was waarschijnlijk wel een materiaalpost. Op de top aangekomen snel bidonnetjes gevuld en op zoek gegaan naar een mechaniker. Helaas was dit Frankrijk en zijn er geen Shimano stands zoals in de Nederlandse cyclo’s. Toen moesten we zelf gaan klussen. De voorderailleur was helemaal verbogen. Waarschijnlijk had de ketting er tussen gezeten. Met een imbus van een multitool hebben we het nog redelijk kunnen rechtbuigen. Het schakelen ging redelijk goed en het geratel was bijna weg. Ietwat gefrustreerd sprong ik snel op de fiets. Goud, goud, goud klonk het in mijn hoofd. Snel nog even mijn windjasje aangedaan voor de afdaling. |
Die afdaling was erg link. We waren al gewaarschuwd, maar nu was het ook echt duidelijk. Smal weggetje met veel bochten. Ik ging in de beugels zodat je zwaartepunt lager is, je handen achter de stuurbocht blijven haken mochten ze losschieten door een hobbel en met 2 vingers per hand aan de remhendels. Ik kon goed tempo maken tijdens de afdaling. Het remmen ging goed met de carbon velgen. Over het algemeen remt dat wat minder dan aluminium velgen, maar met de juiste remblokken ging dat prima. Er waren aardig wat ongelukken onderweg. De brilletjes, bidons en pompjes schoten over de weg. En ik zag ook nog ergens de achterklep van een ambulance dichtgaan. De wielerschoentjes van een renner staken uit de brancard. Helaas gebeuren dit soort dingen. |
Op het vals plat richting de Télégraphe was het zoeken naar het juiste groepje. Op een gegeven moment mooi clubje gevonden. Tempo zat er goed in. Ray had ik al een tijd niet gezien. Paar kilometer voor de voet van de Télégraphe was er een ravitaillering. Daar kwam Ray even later ook aan. Snel bidonnetjes gevuld, geplast en weer verder naar de beklimming van de Télégraphe. |
|
De klim van de Télégraphe liep best lekker. Is ook een klim met veel 7 – 8 % werk. Dat loopt wel lekker. Opeens kwamen we Jasper tegen. Die riep iets over een nieuw achterwiel. Vervolgens schakelde hij wat en dat klonk niet helemaal zuiver. Er kwam wat gevloek uit. Rustig blijven zei ik. Hou je bek Kuiper, zei hij vervolgens terug. Hmm, er was wat lichte paniek volgens mij. Ray en ik klommen vervolgens verder. Langzaam reed Ray weer bij me weg. Ik had het wel verwacht. Was wel weer erg heet. Maar ik reed nog steeds alleen maar renners voorbij en had een prima ritme. Op het randje van D2 en D3. Dus er werden niet teveel koolhydraten verstookt. Bovenaan de Télégraphe heb ik de eerste gelegenheid aangepakt om water te tappen. Ray nog niet gezien. Toen ik weer verder reed zag ik hem ergens anders water tappen. Hij riep mij nog. Ik zei dat ik al water had en dat ik alvast verder ging. Ik verwachtte wel dat hij mij op de Galibier wel weer zou inhalen. Na 5 km kwam die gevreesde Galibier al. |
Die Galibier is echt een pokke ding. Het smerige ding zuigt je echt leeg. Je ziet ook steeds hoe ver je nog moet. Daar word je echt moedeloos van. Kon wel steeds mijn tempo goed houden. Reed nog steeds iedereen voorbij. Ray kwam mij echter steeds niet voorbij. Zag hem ook niet als ik bij bochten naar beneden kon kijken. Gelukkig hing er bewolking voor de zon, dus het was goed uit te houden. Er kwamen wel flinke onweersklappen uit die wolk. Die voelde je dreunen op je borst. Was wel angstaanjagend. Dit was wel het moment waarop ik begon te rekenen of ik nog goud kon halen. Maar rekenen en zware inspanning gaan niet zo goed samen. Maar na wat kilometers denkwerk was de conclusie dat goud nog mogelijk was. Moest dan wel dit tempo vasthouden en als de sodemieter afdalen. Ik besloot voor goud te gaan. Mocht het niet lukken dat vervloekte ik die voorderailleur van Ray. Die had me zeker 7 minuten gekost. Zoveel trainingsarbeid en inspanningen was het wel waard om voor goud te gaan. De laatste 2 kilometer van de Galibier werden nog even loodzwaar met 10%. Maar de benen hielden het goed. Geen teken van vermoeidheid en ook geen kramp. Ik reed nu ook met stukken sneeuw links en rechts van de weg. Erg bijzondere ervaring. Op de top zo snel mogelijk bidonnetjes gevuld en windjasje aangedaan. Ray nog steeds niet in beeld.
|
Ik besloot niet te wachten en keihard te gaan afdalen. Ging erg goed. Dat oefenen van het afdalen eerder in de week begon zijn vruchten af te werpen. Scheurde veel mensen voorbij. Windjasje klapperde keihard, dacht dat die ging scheuren. Snel groepje opgezocht en lekker verstopt achter andere renners. Als het te langzaam ging ander groepje opgezocht. Lekker door de tunnels geblazen. In de afdaling van Les Deux Alpes zat nog stukje klimwerk. Daar nog even flink gasgegeven. Continu op mijn tellertje gekeken naar de tijd. Zou ik op tijd aan de voet van de Alpe zijn? Op de weg naar Bourg was het tempo van de groep waar ik toen in zat erg matig. Besloot zelf even op kop te gaan. Daarna beetje met elleboogje wapperen om de andere op kop te vragen. Een ouwe man trapte erin en ging nog een stukje goed van leer. Daarna ging ik weer op kop. Ging zo hard dat ik alleen wegreed. |
Aan de voet van de Alpe nog snel 1 bidon gevuld. Hup, snel op de fiets en die Alpe op. Ging wonder boven wonder erg goed. Hartslag kon ik nog goed hoog houden. En de snelheid was nog heel redelijk: tussen de 9 en 11 km/u. Had bij elke bocht een vast stramien. Even uit het zadel om de benen te strekken, even drinken en de handjes op een andere manier op het stuur. Ik reed nog steeds veel mensen voorbij. Waren ook veel mensen die afstapten om even op adem te komen. Ook renners waar een EHBO-er aan te pas moest komen. Het was een waar slachtveld. Alle bekertjes en flessen water die ik aangereikt kreeg gooide ik op mijn hoofd en gezicht om af te koelen. Want wat was het weer heet. Ik voelde ook mijn tenen in brand staan door het kracht zetten. Zat weer continu op mijn tellertje te kijken naar de tijd. Het kon nog steeds. De bochten telden maar langzaam af. Voor je gevoel duurde het ook eindeloos voordat er weer een kilometer was verstreken. Maar langzaam kwam het einde in zicht. Met nog een paar bochten te gaan besloot ik wat aan te zetten. Ik had wel lopen rekenen, maar erg precies was dat niet. Ik had nog energie over en besloot er alles aan te doen om sneller te gaan. Kom op Kuiper, rammen en rossen met die slasausbenen! Toen ik eenmaal bij die restaurantjes was vloog ik echt iedereen voorbij. Snel door de tunnel en even dat laatste stuk afraffelen. Nog een paar bochten, rotonde en eindelijk, daar was de streep. |
|
Ik drukte mijn tellertje op stop en zag iets staan van 8 uur 50. Maar ik had pas gedrukt toen ik stilstond en niet toen ik over de streep ging. Dus het zou er om spannen. Ik wist niet meteen welke kleur mijn diploma had. De gegevens moesten nog verwerkt worden. Dat gaat in Frankrijk blijkbaar nog met ouwe computertjes. |
Ruim 20 minuten later kwam Ray een beetje gedesillusioneerd boven. Op de Galibier was ie langzaam gestorven. Hartslag kwam niet meer omhoog. Vandaar dat ik hem niet meer had gezien. Zijn eindtijd: 9 uur 10 minuten en 42 seconden. Ik nam zijn startnummer mee van zijn fiets en ging nogmaals kijken of het diploma al uitgedraaid kon worden bij die diploma balie. En ja, het lukte: BREVET d’OR stond erop. 8 uur 48 minuten en 24 seconden. IK HAD GOUD!! Tjezus, wat gaf dat een lekker gevoel. Moest er bijna van huilen. |
Het had echter geen 37 seconden langer moeten duren, anders was het zilver geworden. Ray had zilver. Hij had het koud en ging vast afdalen om thuis onder de douche op te warmen. Ik besloot te wachten op onze andere held Jasper. Probeerde hem na een tijdje te bellen om te kijken hoe hij ervoor stond. Hij nam uiteraard niet op. ‘Bocht 9’ kreeg ik in een smsje terug. Dat duurt nog wel een uur dacht ik. Ondertussen begon het ook nog flink te onweren en te regenen. Ook dat nog dacht ik. Arme jasper. Ik ging schuilen in de grote witte eettent. Om 19:00 kwam het verlossende telefoontje. Hij had het gehaald: 11 uur 46 minuten en 59 seconden brons! Hij liep de witte tent in en we vlogen elkaar in de armen. Wat een prestatie hadden we geleverd! |
|
Snel haalde ik 2 maaltijden voor ons. Dat ging er wel in. We wisselden snel wat ervaringen uit en hoorde nu eindelijk hoe het zat met dat wiel. Zijn eigen achterwiel had een spaakbreuk waardoor er een enorm slag in zijn wiel zat. Doorrijden kon niet meer. Hij had echter ontzettend veel geluk door een Nederlander te treffen die zijn achterderailleur aan gort had gereden. Ze wisselden hun wielen en Jasper kon verder. De details zal Jasper ongetwijfeld nog in zijn eigen verhaal vertellen. |
Na de warme prak gingen we afdalen en zo snel mogelijk naar huis. Thuis in bad gegaan of gedoucht. En toen we weer fris en fruitig waren snel wat gegeten in Bourg. Compleet uitgeput nagenoten van de rit. Daarna naar bed. Volgende dag (zondag) spullen gepakt en naar huis gereden. ’s Avonds tussen half 10 en 11 was iedereen weer thuis. |
|
Maandag 6 juli: Maandag de statistieken van mijn Garmin eens bekeken. De Alpe d’Huez had ik in 1 uur 16 minuten en 30 seconden beklommen!! Deze tijd heeft me nog het meeste verbaasd. Nog geen 10 minuten langzamer dan mijn tijd van dinsdag van 1 uur 6 minuten. En tijdens de Marmotte was de finish nog eens bijna 2 kilometer verderop. Die klimtijd was de 679ste tijd van alle 7400 deelnemers en de 295ste in mijn categorie. Daar kan ik alleen maar heel tevreden over zijn. Het geeft wel aan dat mijn duurvermogen ontzettend goed is, dat ik nooit te diep ben gegaan en dat ik goed gegeten en gedronken heb. Mijn hartslag is bijvoorbeeld niet hoger gekomen dan 165bpm terwijl mijn omslagpunt op 168bpm ligt. Dus ik heb heel beheerst gereden. |
In totaal heb ik onderweg het volgende gegeten en gedronken:
- 4 PowerBar repen
- 5 PowerBar gelletjes
- 5 bidons Born Energy (energiedrank)
- 6 bidons Born Drink (dorstlesser)
- 1 banaan (20 gram koolhydraten)
In totaal zo’n 800 gram koolhydraten. Ruim voldoende dus. |
Het was een mooie week. Goed gezelschap, veel gelachen en veel afgezien. Mooi weer, prachtige locatie. Goeie serieuze gesprekken gevoerd, goed gegeten, helaas veel afgewassen omdat er geen vaatwasser was. Een week om nooit meer te vergeten!
Groet,
Vincent / Berggeit |