Regelmatig krijg ik de vraag of het verstandig is om met cranks te trainen die onafhankelijk van elkaar bewegen. Het achterliggende idee is dat door met zulke cranks te trainen de fietstechniek of efficiëntie beter wordt. In de loop van de tijd is er al aardig wat onderzoek gedaan naar onafhankelijk van elkaar bewegende cranks. Bij gewone cranks staat de linker en de rechter crank altijd in elkaars verlengde. Bij onafhankelijk van elkaar bewegende cranks is de positie van de ene crank in het geheel niet afhankelijk van positie van de ander. Het is even oefenen maar het went snel. Het grote verschil is dat je nu het been dat omhoog komt |
|
|
Onafhankelijk bewegende cranks |
Gekoppelde cranks |
Verbeteren van traptechniek zou moeten leiden tot een betere prestatie bij het fietsen. Die verbeterde prestatie zou je dan kunnen meten in meer vermogen leveren bij eenzelfde zuurstofopname (Gross Efficiency), een hogere maximale zuurstofopname (VO2max) of maximaal vermogen, een tijdrit sneller kunnen rijden of een gunstige aanpassing van de manier waarop je de spieren aanstuurt. |
In 2003 is er al een publicatie verschenen in het Journal of Strength and Conditioning Research van een groep onderzoekers van de Universiteit van Kansas uit de VS. Zij hadden 2 groepen van 6 sporters getraind waarbij de ene groep reed met een Powercrank (twee niet gekoppelde cranks) en de andere groep met normaal gekoppelde cranks. Ze vonden geen verschillen na 6 weken training voor de VO2max of het omslagpunt. Maar deze onderzoekers vonden wel verschillen als ze de sporters een uur lang op ongeveer 70% van hun maximale zuurstofopname lieten fietsen. De groep die met de onafhankelijk van elkaar bewegende cranks hadden getraind hadden bij de opgelegde belasting een lagere zuurstofopname, dus hogere Gross Efficiency en een lagere hartslag frequentie bij 45 en 60 minuten van de uur durende test.
Gross Efficiency
|
|
|
Tijd van meting (minuten)
|
45
|
60
|
Niet gekoppelde cranks
|
23.6% (+/- 1.3%)
|
23.9% (+/- 1.4%)
|
Gekoppelde cranks
|
21.3% (+/- 1.7%)
|
21.0% (+/-1.69%)
|
|
Bij Gross Efficiency is het getal hoger bij de niet gekoppelde cranks. 23.6% tegen 21.3%. Met andere woorden bij bijvoorbeeld een zuurstof opname van ongeveer 3,0 liter per minuut is het vermogen dat je met gekoppelde cranks kunt leveren 225 watt terwijl dat met de niet gekoppelde cranks 249 watt is. Dat is een echt grote winst. Prachtig zou je zeggen..... |
Wat is de uitkomst van ander onderzoek die op dit gebied zijn gedaan? Hieronder 3 van de meest recente onderzoeken. |
|
In 2009 is er in Human Kinetics een artikel gepubliceerd van een onderzoek dat uitgevoerd is in Australië. Zes weken training 3 keer per week en hier is geen enkel significant verschil vastgesteld in de gemeten prestatie variabelen. VO2max, vermogen bij het omslagpunt, Gross Efficiëntie, gemiddeld vermogen bij 30 min maximaal tijdrit. |
|
Bovenstaande figuur de gemeten waarden bij het omslagpunt (LT). Er zijn geen significantie verschillen. |
Eind december 2010 kwam er een verslag van een uitgebreid onderzoek op dit gebied op papier naar buiten via het European Jounal Applied Physiology. Na 6 weken 5 keer per week training was er geen verschillen tussen de groepen die getraind hadden met een gekoppelde (traditionele) of een niet gekoppeld crankstel. Geen verschillen op de vele gemeten variabelen. |
Eind november 2011 is het meest recente artikel over dit onderwerp verschenen in het International Journal Sports Physiology and Performance. De onderzoekers uit Australië die verbonden zijn aan de School of Exercise, Biomedical and Health Sciences deden een interessant onderzoek. Ze verdeelden een groep van 16 renners in 2 groepen waarbij de ene groep trainde met normaal aan elkaar gekoppelde cranks en de andere groep trainde met cranks die niet aan elkaar gekoppeld waren. De renners trainden 5 weken met hun cranks. De resultaten is dat deze onderzoekers geen significante verschillen vonden tussen deze twee groepen voor wat betreft de VO2max, de Gross Efficiency, of de manier waarop je de spieren aanstuurt. Dit laatste is gemeten in elektrische activiteit van de m. vastus lateralis (bovenbeen spier voorkant), de hamstrings (bovenbeenspier achterkant) en de gastroncnemius (kuitspier). |
Wat moeten we nu geloven? Het bijna 10 jaar oude onderzoek, of de onderzoeken die daarna zijn gepubliceerd en nooit de resultaten uit het eerste onderzoek hebben kunnen bevestigen?
|
Website: Fietstechniek |
|